Brandveiligheid in de praktijk: zo pak je geïsoleerde leidingen goed aan

Bij het brandwerend afdichten van leidingen die door een wand of vloer gaan, speelt de isolatie rondom de leiding een cruciale rol. In classificatie- of ETA-rapporten zie je vaak afkortingen als CS, CI, LS of LI staan. Maar wat betekenen die nu precies? 

Isolatie rondom een leiding kan op meerdere manieren zijn aangebracht. De leiding kan geheel of gedeeltelijk zijn geïsoleerd, en de isolatie kan doorlopen in de wand of vloer, of juist op dat punt zijn onderbroken. 

Toelichting op de gebruikte afkortingen: 

• C (continues) – de leiding is over de volledige lengte geïsoleerd
• L (local) – de leiding is alleen in de buurt van de doorvoer geïsoleerd
• S (sustained) – de isolatie loopt zonder onderbreking door
• I (interrupted) – de isolatie is onderbroken ter hoogte van de wand of vloer 

In classificatie- of ETA-rapporten kom je onderstaande combinaties tegen wanneer sprake is van een geïsoleerde doorvoer: 

Buiseinden van leidingen 

Volgens de testnorm EN 1366-3 zijn er vier mogelijkheden voor het testen van een metalen- of kunststofbuis. Deze zijn afhankelijk van de afsluiting (open of gesloten) van de buiseinden aan zowel de binnen- als buitenzijde van de oven. 

Het gedrag van de leiding tijdens de test wordt beïnvloed door de wijze waarop het buiseinde is uitgevoerd: de druk en stroming van hete gassen zijn anders in een open buis dan in een gesloten buis. 

Daarom worden buizen getest in vier configuraties 

 C (Capped): buisuiteinde is afgedekt. U (Uncapped): buisuiteinde is open, niet afgedekt.